HEER, Uw kracht verblijdt de koning, luid juicht hij om Uw overwinning. U gaf hem wat zijn hart verlangde, het verzoek van zijn lippen wees U niet af.
U nadert hem met rijke zegen en plaatst op zijn hoofd een gouden kroon. Leven heeft hij gevraagd, U hebt het hem gegeven, lengte van dagen, voor eeuwig en altijd.
Groot is zijn roem door Uw overwinning, U tooit hem met glans en met glorie, U schenkt hem voor altijd Uw zegen, U verblijdt hem met het licht van Uw gelaat.
Ja, de koning vertrouwt op de HEER, door de trouw van de Allerhoogste wankelt hij niet.
Uw hand zal Uw vijanden slaan, Uw machtige hand Uw haters treffen, U doet hen branden als vuur in een oven wanneer U verschijnt.
De HEER zal hen in Zijn woede verslinden, vuur zal hen verteren. Hun kinderen zult U op aarde verdelgen, hun nageslacht uitroeien onder de mensen.
Al spannen zij tegen U samen, al zinnen zij op kwaad, ze bereiken niets, want U zult hen op de vlucht jagen, U schiet Uw pijlen recht op hen af.
Verhef U, HEER, in Uw kracht, wij zullen Uw macht in liederen bezingen.